Op sneeuwdagen is de fiets – nog meer dan anders – de snelste en veiligste manier om door de stad op het werk te raken. Er zijn gewoon een aantal zaken waar je best rekening mee houdt.
* De autoweg is meestal rijkelijk bestrooid, eerst met zout en daarna met aanschuivende wagens, terwijl het fietspad in heel wat gemeenten moet wachten op de laatste ronde van de zoutwagens. Heb je de indruk dat jouw traject wordt vergeten? Neem dan contact op met je stadsbestuur. (in het omgekeerde geval mag een complimentje geven uiteraard ook)
* Verse sneeuw is voor fietsers geen probleem, het is zelfs prettig om door te fietsen, maar ijs is dat wel. Verken tijdens je eerste hectometers op het gemak hoe de ondergrond erbij ligt, vooral in bochten. Door je achterrem in te knijpen, kan je testen hoe glad de baan erbij ligt.
* Raak je voorrem op sneeuwdagen niet aan.
* Vertrek iets vroeger en neem je tijd. Je bent toch sowieso eerder dan je collega’s die met de wagen komen.
* Bereid je voor op commentaren van je autorijdende collega’s alsof je net door Siberië bent gefietst.
* Laat wat lucht uit je banden. Gewone fietsbanden pomp je normaal op tot 4 bar, voor racefietsen met dunne bandjes is dat 7 bar (op de zijkant van je band staat hoeveel je maximum mag pompen). Laat op vriesdagen je banden lossen tot respectievelijk een grote 2 bar en 4 à 5 bar. Let wel:zachtere banden hebben meer grip, maar het is wel harder trappen.
* Wie echt stabiel wil rijden, ook over ijs, kan de aanschaf van banden met meer profiel overwegen. Winterbanden dus, genre wat Sven Nys heeft liggen. Ook hiervoor geldt: handig op sneeuwdagen, maar harder stoempen op mooie dagen.
* Fiets zoveel mogelijk in rechte lijn, en rem eerder – niet abrupt – dan je gewoon bent.
* Stuur met je volledige lichaam, vanuit je heupen, een bocht in. En plaats je gewicht naar achter op de fiets.
* Let op voor banen die eerder sneeuwvrij zijn gemaakt met zout, het kan dat het smeltwater ondertussen een ijspiste heeft gevormd.
* Het is niet stoer, alhoewel het dat wel kan zijn, maar draag een helm.
* Draag niet je beste kleren, of draag een regenbroek. Tante Kaat heeft nog geen remedie tegen vlekken afkomstig van die vuile, zwarte sneeuwmodder en het zoutwater.
* Draag warme kleren maar wees ook niet overdressed, anders ga je zweten. Net iets te koud vertrekken is meestal de beste optie om tijdens het fietsen aangenaam warm te hebben. Je hoeft je trouwens niet per se naar buiten uit ‘dikker’ te gaan kleden, nauw aansluitend thermisch ondergoed (lange legging en onderhemd met lange mouwen) onder je gewone kledij is meestal voldoende.
* Heb niet teveel zelfvertrouwen, want dan ga je zeker tegen de grond.
* Poets je fiets regelmatig, het zout versnelt roestvorming.
* Fiets je elektrisch? Dan gelden bovenstaande tips evengoed, maar je hebt wel een extra troef: omdat een elektrische fiets zwaarder is, gaat hij stabieler dan een gewone fiets door de sneeuw. Wees er wel met je gedachten bij, want de aandrijving zou je bij het vertrek of in bochten kunnen verrassen. Ook goed om te weten: op koude dagen gaat je batterij minder lang mee. Laad hem daarom vaker (binnen) op dan je gewoon bent.
Er zijn plaatsen waar het veel meer sneeuwt dan in onze straten, zoals hieronder in Kopenhagen. Fietsers hebben er blijkbaar geen last van.
Nog een tip : zet je zadel een paar centimeter lager. Dat trapt wat zwaarder maar je verlaagt je zwaartepunt en bent sneller aan de grond met je voeten bij een schuiver…
Ik ben zeer tevreden over mijn spijkerbanden (Schwalbe Marathon Winter). Het lijkt overkill, maar eigenlijk zijn het gewone fietsbanden met metalen tsjoepkes in. Ze geven heel veel grip in platgereden sneeuw en zelfs op ijs. Ik steek ze alleen maar op als er echt sneeuw of ijs ligt, want op gewone weg is het geluid alsof je in grind rijdt.
Ik rij met NOBY-NICS (notubes met -anti-lekpasta-,) en 1.5 bar druk , super goede grip..Met de MTB ga je beter door de sneeuw en ijs , (geometrie van de fiets)
Pingback:Door Alaska met de fiets
Pingback:Sneeuwrapport 2013 (9, slot): valangst | Fietsbult
let op voor putdeksels in de weg. Deze zijn net iets kouder dan de rest van het wegdek en dus sneller glad. Hetzelfde geldt voor bruggen, ook in de stad.