Er is niets mis met de elektrische fiets

ebikeHet zit de elektrische fiets niet mee. Net nu de fiets haar imago van bommamobiel bijna kwijt is, wordt de fiets met trapondersteuning verweten een onverantwoorde snelheidsduivel te zijn. Helaas, want de e-bike is voor nogal wat mensen het enige wenselijke alternatief voor de wagen. En een snellere elektrische fiets kan hen net dat duwtje van de autozetel naar het fietszadel geven.

Maandag waarschuwde Vlaams minister van Mobiliteit Hilde Crevits (CD&V) in Het Nieuwsblad voor de gevaren van elektrische fietsen. ‘Het verschil in snelheid tussen gewone en elektrische fietsen is spectaculair. Ik maak me soms zorgen als men dat promoot voor senioren. Als ik de snelheid ervan zie, zou ik mijn vader of grootvader daar niet graag op zien zitten.’

Een misser. Ik zou mijn vader of grootvader vooral niet graag in zijn sofa, of op de achterbank van een taxi, zien zitten. Voor heel wat minder mobiele mensen betekent de elektrische fiets het terugwinnen van de vrijheid, want ze hoeven niet meer te vrezen dat ze door die tegenwind of dat hellinkje uitgeput – of niet – thuis zullen geraken.

Hilde Crevits herpakt zich verder in het artikel gelukkig met wat meer opbouwende ideeën. Ze stelt voor om ‘e-bike-gewenningscursussen’ te organiseren voor minder fietsvaardige fietsers. Een prima plan, waar zelfs onervaren ‘gewone’ fietsers voor te vinden zullen zijn.


Trapondersteunde fietspadterroristen

Helaas komt een nieuwe aanval uit onverwachte hoek. De Fietsersbond eist dat de politie ‘te snelle, elektrische fietsen’ van het fietspad plukt. Sommige modellen, die soms worden opgefokt, zouden makkelijk 30 tot bijna 50 km per uur halen. Het is goed dat de Fietsersbond inzit met de veiligheid van de ‘gewone’ fietser, maar ik vrees dat deze aanval een averechts effect kan hebben – toch als je het fietsen wil promoten.

We denken graag in hokjes. Dat is lekker makkelijk. En spreken van opgefokte fietsen – voor opgefokte mensen? – is dan gevaarlijk. Uiteraard doelt de Fietsersbond hier alleen op de ‘te snelle’ elektrische fietsen, maar zonder twijfel scheren weggebruikers de e-bike straks allemaal over dezelfde kam: die trapondersteunde fietspadterroristen. Wie twijfelt over de aanschaf van een e-bike, kan dan onterecht denken: die fiets is levensgevaarlijk. Niets voor mij dus. En van dat fietsen komt nooit meer iets.

En dat is heel jammer, want een snellere elektrische fiets is voor wie zijn of haar fiets op pedaalkracht aan de kant laat omwille van ‘net iets te ver of te traag’, een makkelijk, goedkoop en milieuvriendelijk alternatief voor de wagen. Ik denk bijvoorbeeld aan pendelaars die van de ene naar de andere stad willen fietsen – van Antwerpen naar Mechelen of Gent bijvoorbeeld – en dat alleen zullen doen als hun elektrische fiets minstens even snel gaat als de trein of de file. Er moet daarom alles aan gedaan worden om de e-bike – hoe snel ook – te promoten.

Ligfietsers en velomobielen
Hetzelfde verwijt – te snel! – hoor ik ook vaak wanneer het gaat om wielrenners, ligfietsen of velomobielen. Ze gaan te snel voor het fietspad, en moeten daarom verdrongen worden. Waarheen dan wel wordt zelden gezegd. Maar waarom dergelijke fietsen verbannen als ze duurzamer pendelverkeer over langere afstand mogelijk maken?

Niet de snelheid van de elektrische fiets – of de velomobiel – is het probleem, wel de infrastructuur die onder de wielen ligt. Op een breder, vlak fietspad is plaats voor snel en traag, breed en smal. De trage fietsers rechts, de snelle links. Zoals op de roltrap. En het is dan de verantwoordelijkheid van die ‘snelle’ fietsers om rekening te houden met andere weggebruikers, en om in het centrum zich aan zone dertig te houden, net zoals dat voor auto’s ook het geval zou moeten zijn.

Door meteen tegen het idee van snelle e-bikes te zijn, heb je in mijn ogen een verkeerde toekomstvisie. Waarom niet het fenomeen van deze snellere elektrische fietsen aangrijpen om mogelijkheden voor hen te creëren, zoals nog meer en bredere fietsostrades?

Dat lijkt Hilde Crevits ook te beseffen. In het artikel in Het Nieuwsblad zegt ze dat, waar het kan, fietspaden de volle drie meter breed moeten zijn. ‘Zo is meer plaats, gelet ook op de opkomst van brede, elektrische bakfietsen.’ Op bredere fietspaden – zeker op interstedelijke routes – is volgens mij toch ook meer plaats voor snellere fietsers?

Het is dan aan de gebruiker – en de verkoper – om in te schatten wie al dan niet met een elektrische fiets – en met welke snelheid – kan rijden. Een jonge vrouw die een snelle e-bike wil om vanuit Antwerpen naar haar werk in Mechelen te pendelen, is voor mij heel welkom op het fietspad. Liever dat, dan haar in de wagen de file in te jagen, want een fiets op trapkracht is voor haar geen optie. Anders is het dan weer voor oma, die voor een e-bike kiest om terug zelfstandig naar de bakker om de hoek te kunnen, zij heeft genoeg aan een elektrische fiets die haar ondersteunt om 15 tot 20 kilometer per uur te fietsen.

Brommertjes
Ook de keuze voor de e-biker als onwelgekomen snelheidsduivel op het fietspad vind ik trouwens vreemd. Er zijn toch ook brommers die makkelijk dertig tot bijna vijftig kilometer per uur halen, en op het fietspad rijden? Waarom de focus op elektrische fietsen? Liever een snelle elektrische fiets dan een brommer – die bovendien ook nog eens voor een massa uitstoot op het fietspad zorgt.

Uit metingen van VITO blijkt bijvoorbeeld dat een voorbijrijdende tweetaktbrommer op het fietspad concentratiepieken van 350.000 deeltjes ultrafijn stof per kubieke centimeter kan veroorzaken, terwijl een vrachtwagen die een stukje naast het fietspad rijdt amper 300.000 deeltjes op het fietspad blaast. Ik zou liever in het spoor van een snelle elektrische fiets dan in dat van zo’n brommertje fietsen.

Ik ben fan van fietsen in alle verschijningsvormen. En ik denk ook dat fietsers moeten samenspannen, met wat voor voertuig ze ook rijden. Verban alsjeblieft geen fiets omdat die te snel zou zijn!


Dit opiniestukje verscheen eerder op de website van Het Nieuwsblad.

CategoriesMobiliteit
  1. Bert says:

    Hier ben ik het helemaal mee eens. De tekst getuigt van een fundamenteel en doorgedreven fietsdenken – consequent, toekomstgericht, duurzaam en sociaal. Dat vind je niet vaak.
    Over samenspannen gesproken, ik span graag samen met e-bikers: de e-biker mag voorop, ik erachter op mijn bromp… – oeps! – op mijn plooifiets, gezwind en zweetvrij richting station!

Comments are closed.