Met een elektrische fiets of velomobiel kan je sneller fietsen met dezelfde inspanning, of even snel met minder moeite. Maar wie rekening houdt met een aantal zaken kan vrij eenvoudig een gelijkaardige winst boeken met een gewone fiets. Efficiënter fietsen betekent dat je ook als pendelaar vaker, langer, verder, meer ontspannen of via een mooiere, maar langere, route kunt fietsen.
Efficiënter fietsen is een kwestie van weerstand overwinnen: afkomstig van je eigen fiets, de lucht en het parcours. Hieronder een lijstje van ingrepen om die weerstanden – waar je zo vaak op moet vloeken – te verminderen.
Je fiets
Sneller fietsen zonder extra moeite begint met een goed onderhouden fiets. Zelfs een peperdure gestroomlijnde fiets boet in aan snelheid wanneer de banden onvoldoende zijn gepompt of de ketting en draaiende onderdelen droog staan.
Ter illustratie, met een slecht onderhouden stadsfiets – de gemiddelde studentenfiets – haal je op een vlakke weg en zonder tegenwind met een lichte inspanning (100 Watt) ongeveer vijftien kilometer per uur. Dezelfde fiets in goed onderhouden toestand gaat zonder extra moeite vijf kilometer per uur sneller.
Het effect wordt duidelijker bij hogere snelheden. Een goed getrainde man kan op een verwaarloosde fiets ongeveer één minuut aan dertig kilometer per uur rijden (hij levert hiervoor een vermogen van 444 Watt). Op een goed onderhouden fiets houdt hij diezelfde snelheid ongeveer een half uur, een normale pendeltijd, vol (vermogen: 271 Watt).
TIP 1: Pomp je banden op
De meeste fietsers rijden met te zachte banden. Gevolg: meer wrijving met de weg, en meer energie die in het opveren van je band verloren gaat. Een harde band ‘plakt’ minder aan de weg, veert ook minder, en verliest daardoor minder energie. Bovendien verslijt een band die correct is opgepompt minder snel.
Ter illustratie, om op een (brede) fietsband van 51mm breed opgepompt tot 1,2 bar 32 kilometer per uur te kunnen fietsen, moet de fietser een extra vermogen van 52 Watt leveren (bovenop het vermogen om luchtweerstand te overwinnen, zie hierboven). Door de band verder op te pompen tot 2,1 bar daalt dat vermogen tot 37 Watt. Dat verschil voel je als fietser gegarandeerd.
Op de zijkant van elke fietsband staat vermeld hoeveel druk er in de band mag/moet. Hoe smaller de banden, hoe harder je ze zal moeten oppompen. Koop een deftige (bij voorkeur voet-)pomp met drukmeter en pomp je banden elke vier weken op. Pomp zeker ook niet te hard (opnieuw: kijk naar de waarde op de zijkant), want een te harde band verlaagt het rijcomfort waardoor je uiteindelijk weer trager gaat fietsen, en je riskeert bovendien een klapband.
Tip 2: Kies snelle banden
Ook het profiel van een band bepaalt mee hoe vlot hij bolt. Fietsen met een mountainbikeband kost je bijvoorbeeld meer energie dan met een raceband. De “noppen” van een mountainbike band maken extra contact met de baan, waardoor de wrijving hoger is. Binnen hetzelfde type band bestaan nog eens variaties van harder- tot lichtlopende bandjes. Hier moet je een keuze maken tussen duurzaamheid en snelheid: in een lichtlopend bandje is bespaard op extra lagen tegen slijtage of lekken – lagen die een band trager maken, waardoor deze banden minder lang meegaan.
Ook de binnenband beïnvloedt je snelheid door wrijving met de binnenkant van de buitenband. Standaard binnenbanden zijn gemaakt van rubber met fijne roetdeeltjes (vandaar de zwarte kleur). Je kan de weerstand verkleinen door een “light” binnenband te monteren, zoals butyl-extra of van latex. Die laatste is helaas wel veel duurder en bovendien veel gevoeliger voor lekken.
TIP 3: Smeer je ketting
Door wrijving gaat in alle draaiende onderdelen van je fiets, zoals de ketting, trap- en wielas, energie verloren. Hiervan bestaan helaas geen precieze gegevens, maar op fietsica.be wordt wel een steekproef besproken.
Het verlies kan je beperken door alle draaiende onderdelen regelmatig goed te smeren. Op je ketting is dat met olie, in de kogellagers (assen) bij voorkeur met vet. Gewone (spuit) olie wordt er immers te snel uitgewassen. De ketting kan je bij elke poetsbeurt – bij voorkeur elke maand – smeren. Met goed gesmeerde trap- en wielassen kan je langer – zeker een jaar – verder.
TIP 4: Kweek geen wrak
– Een goeie fiets zou geen lawaai mogen maken. Als er toch iets ‘ratelt’ is het vast tijd voor een onderhoudsbeurt.
– Kijk ook naar de loop van je wiel: rolt ie niet meer mooi rechtdoor, dan moet het wiel gerecht worden. Met een ‘ei’ in je wiel rijdt de fiets minder vlot, en heb je ook meer kans dat een deel van het wiel tegen de rem of wielvork sleept.
– Slepende rem, dynamo of spatbord? doe er iets aan.
Voor het onderhoud van je fiets kan je terecht bij je fietsenmaker, of ga raad vragen in de Fietskeuken.
TIP 5: Kies een snellere fiets
Sommige fietsen, zoals een typische stadsfiets, zijn ontworpen om vooral comfortabel te fietsen, maar door de rechtop zittende positie vang je wel meer wind. Andere fietsen, zoals de racefiets, zijn dan weer gemaakt om snel mee te rijden. Dat komt gedeeltelijk door het (vaak) lagere gewicht van de racefiets, maar vooral door de meer aerodynamische, horizontale positie van de fietser (gezicht naar beneden).
Op een stadsfiets staat het stuur meestal iets hoger dan het zadel, op een sportieve fiets ongeveer even hoog en op een koersfiets zakt de fietser zelfs nog iets dieper naar beneden door de handen onderaan in de beugels te nemen. Door meer horizontaal te fietsen, verkleint het frontaal oppervlak en daarmee ook de luchtweerstand. Daardoor gaat bij eenzelfde inspanning minder energie verloren op een racefiets, en ga je automatisch sneller.
Positionering
Je kan je eigen fiets – ongeacht het type – meer aerodynamisch maken door je positie erop aan te passen. Het komt er vooral op neer je wat te spiegelen aan de renners die fietsen om koersen te winnen. Laat je niet afschrikken door de ‘sportievere’ liggende houding. Die is immers niet alleen minder vermoeiend, je kunt er ook stabieler in sturen, je voelt minder druk op het zadel en je vangt makkelijker schokken afkomstig van hobbels in de weg op. Het voelbare nadeel is dat er meer druk op je handen, armen en schouders komt, maar dat is vooral een kwestie van gewenning.
TIP 6: Zet je stuur lager
Waardoor je automatisch meer voorover gebogen gaat fietsten. Het effect van een meer aerodynamische positie kan je zien op onderstaande afbeelding. De stuurpositie links is vergelijkbaar met die op een sportieve fiets (genre trekking-fiets). Door het stuur in de beugels te nemen daalt de luchtweerstand met 15 procent (midden), in een tijdritpositie nog eens met 28 procent. De positie op een echte stadsfiets (rechtop zittend) is hier niet afgebeeld – want niet getest – maar de luchtweerstand is logischerwijs nog iets groter als die voor de linkse fietser.
TIP 7: Zet je zadel hoger
Veel fietsers zitten te laag op hun fiets. Daardoor gaan ze onnodig meer energie verbruiken. Uit een steekproef met een 38-jarige matig sportieve man blijkt bijvoorbeeld dat een te laag zadel – tien centimeter lager dan volgens de hieronder vermelde berekening – al voor een vrij dramatische reductie van het uithoudingsvermogen met maar liefst tachtig procent zorgt.
Je zadel op de juiste hoogte plaatsen: Ga met je fiets tussen je benen tegen een muur staan (of vraag iemand om je fiets vast te houden). Ga vervolgens op het zadel zitten, en plaats je voet plat op een pedaal. Op de laagste positie van die pedaal moet je been net niet gestrekt zijn (nog een kleine buiging in de knie).
Je kan het ook berekenen aan de hand van een vaak door fietsenmakers geciteerde formule: binnenbeenlengte (cm) X 0,885 = zadelhoogte. Dit is een goeie schatting, maar de meest comfortabele zadelhoogte test je vervolgens best gewoon uit. Sommige fietsers zitten bijvoorbeeld beter nog een paar centimeter hoger dan het resultaat van de berekening.
TIP 8: Maak je smal
Plaats je handen in het midden, niet aan de uiteinden, van het stuur om je frontaal oppervlak – het ‘zeil’ waarmee je wind vangt – te versmallen. Hou de ellebogen en knieën goed naar binnen.
Bij vermoeidheid bestaat de neiging armen en knieën steeds meer naar buiten te plaatsen, wat minder aerodynamisch is. Fietsers die langere afstanden (rechtdoor) afleggen, kunnen daarom hun voordeel halen uit een triatlonstuur. Dat zorgt ervoor dat de ellebogen steeds goed smal zitten en de gebogen houding comfortabel kan worden volgehouden.
Je zou ook kunnen opteren voor een smaller stuur. Sommige renners – vooral sprinters (links) – doen dat ook. Aerodynamica speelt daarbij zeker een rol, maar even goed ook wat extra speling om doorheen kleine ruimtes in het peloton te kunnen manoeuvreren. Om die reden zijn ook de sturen van traditionele fietskoeriers – en hun fixed gear nageslacht – smaller. Met een smal stuur boet je echter ook serieus in aan stabiliteit.
TIP 9: Gebruik klikpedalen of riempjes
Met klikpedalen of pedaalriempjes zitten je voeten vast aan de trappers waardoor je bij de omhooggaande beweging van de pedalen nog een extra trekkracht kan leveren. Deze is klein, maar werkt mee en niet tegen zoals wanneer je voeten gewoon passief (los) op de pedalen staan.
Je hoeft trouwens geen wielrenschoenen – met een harde bodemplaat – te dragen om klikpedalen te kunnen gebruiken. Je hebt ook schoenen – meestal voor mountainbike/veldrijden of recreatieve fietsen – met plaatjes onder gemonteerd waarmee je toch een winkel of je werk kan binnen wandelen zonder er uit te zien als een tapdansende pinguïn.
TIP 10: Zuig wieltjes
In het wiel heeft een renner tot 34 procent minder energie nodig dan wie op kop fietst. Opnieuw, dit gaat om wielrenners die aan hoog tempo (50km/u) fietsen, maar ook tragere fietsers halen zeker hun voordeel, alleen is nog niet onderzocht met welke grootte.
Ook op kop haal je trouwens voordeel wanneer iemand in je achterwiel zit te zuigen. Een achtervolger zorgt voor een verlaging van de onderdruk achter de rijder op kop, waardoor de lucht minder hard aan de voorganger ‘zuigt’. Het effect is wel eerder klein: 2,5 procent afname in luchtweerstand voor de man op kop.
Jezelf
TIP 11: Verlies gewicht
Het is een populair gespreksonderwerp onder wielertoeristen: het gewicht van de fiets, en dan vooral hoeveel nanogram hun splinternieuwe racefiets minder weegt. Maar het is stilaan een al even populaire repliek van kenners: je fiets laten afvallen heeft geen zin zolang je zelf een tonnetje rondtrapt.
Een kilogram minder fiets levert alleen voordeel op wanneer er tegen een kracht gewerkt moet worden. Bergop dus, of bij het versnellen. Op Vlaamse wegen fietsen we meestal vlak en tegen een constant tempo. Dan maakt een kilogram minder fiets je amper sneller.
Dat is anders wanneer je zelf die kilogram zou verliezen. Het lichaam heeft minder koelingsproblemen (minder isolerend lichaamsvet) en als je de kilo’s er zelf hebt afgetrapt betekent dat hoogstwaarschijnlijk ook een betere conditie.
TIP 12: Kleed je strakker
Draag geen losse kledij die flappert – vooral het geval met regenjasjes – en beperk de omvang van fietstassen. Losse kledij kan de luchtweerstand tot wel dertig procent doen toenemen – lees: met losse fietskledij kan je het fietsen voor jezelf tot dertig procent lastiger maken. Strakkere fietskledij kan overigens best mooi zijn.
De route
Als fietser ben je afhankelijk van de kwaliteit van de fietsinfrastructuur. Asfalt fietst bijvoorbeeld vlotter dan – helaas vaak gebruikte – stoeptegels. Hobbels en putten in het fietspad remmen je af. Een bult oprijden verlaagt onmiddellijk je snelheid, en er terug afrijden herstelt slechts een deeltje ervan. De ‘verdwenen’ energie ten gevolge van de botsing met het bultje gaat trouwens als een schok via je fiets recht je lichaam in.
TIP 13: Anticipeer op hobbels en bultjes
Als fietser kan je het energieverlies door hobbels actief beperken door het lichaam heel even te ontspannen, en zo de schok op te vangen, of zelfs even uit het zadel te komen om de fiets zelfstandig de schok te laten verwerken. Een andere tactiek is net een extra pedaaltrap bijgeven bij het overschrijden van het bultje – al vraagt dat een precieze timing die je alleen bezit na wat fietservaring. Nog een andere manier om het energieverlies te beperken is gewoon over het bultje te springen.
Nog vertragingen door je parcours: slecht afgestelde stoplichten, te smalle fietspaden (waar je moeilijker een andere fietser inhaalt) of kruisend autoverkeer op het fietspad. Om deze fietsremmers aan te pakken, zijn fietsers afhankelijk van beleidsbeslissingen. Ik zou zeggen: TIP 14: Vraag betere fietsinfrastructuur aan je stadsbestuur
TIP 15: Fiets assertief
Toch kan je in huidige – afremmende – verkeerssituaties sneller gaan door je fietstactiek op het verkeer af te stellen. Voorspel het verkeer en je parcours – kijk verder dan net voor je wiel – en anticipeer, waardoor je minder vaak in de remmen moet. Om een auto heen fietsen is bijvoorbeeld sneller dan te wachten tot hij voorbij is geschoven.
Tenslotte nog dit, met bovenstaande tips ga je uiteraard zo ver als je zelf wil. Of je negeert ze compleet: wie fietst om calorieën te verbranden kan bijvoorbeeld bewust zijn fiets niet al te vlot laten bollen, meer weerstand betekent immers meer calorieën verbranden.
Ik mis een belangrijk deel van de genoemde studie, namelijk dat een ligfiets nog vele malen sneller is dan een gewone fiets (en comfortabeler, zeker op lange afstanden).
In een moderne Velomobiel Quest @ 30 km/h doe je – en dit bleek uit hetzelfde onderzoek – 79W!
Ligfietsmerk M5 heet niet voor niks M5: Meer Meters Met Minder Moeite.
Bedankt voor de terechte opmerking. De insteek van mijn artikel was sneller fietsen met een gewone fiets, dus geen elektrische fiets of ligfiets. Dat was onvoldoende duidelijk. Ik heb daarom de inleiding aangepast. Er staat ook een link naar een eerder artikel over de razendsnelle velomobiel.
Als dan toch verwezen wordt naar Frederik Van De Walle, dan mag de ligfiets misschien ook als alternatief voorgesteld worden. In veel gevallen even snel of sneller dan de racefiets, maar wel veel comfortabeler… Voor de rest zoals gewoonlijk leuk en nuttig artikel natuurlijk.
Knap artikel, hier vind je nog wat ondersteunende informatie:
http://media.fietsersbond.nl.s3.amazonaws.com/testen/zwaartrappenstadsfietsen2010januari.pdf
een ligfiets is ongeveer een even grote stap van een “gewone” fiets dan een triatlonstuur voor mij 😉
enkel even iets over de latex binnenbanden
persoonlijk ervaar ik de lekbestendigheid beter dan butylbanden ( en zeker dan de light versies )
prijs valt mee als je een beetje rondkijkt
nadeel is dat je ze na 2 jaar beter vervangt (kan je met butyl eigenlijk ook beter doen )
en dat ze langzaam leeglopen ( in de zomer van 5 naar 4 bar in 3 dagen )
maar dat is eerder een voordeel omdat je dan tenminste regelmatig je bandenspanning moet nakijken
Dank voor dit interessante artikel, we hebben de bezoekers van genoeg.nl (voor iedereen die meer wil doen met minder) op je artikel en mooie blog attent gemaakt
Bedankt voor de verwijzing en het heel deugddoende compliment op jullie website!
wat ik mis: kies een goede fiets… Onderscheid wordt meteen gemaakt tussen een stadsfiets en een racefiets, terwijl je bij de stadsfietsen ook grote verschillen hebt. Ik heb tien jaar geleden, als financieel armlastige jongeling, 50 euro meer betaald dan ik eerst in gedachten had, maar ik had er wel een Belgische fiest voor met een ongelooflijk vlot en soepel lopende trapas voor. Meteen verliefd. En hij rijdt nog altijd ongelooflijk soepel, stukken soepeler dan mijn MTB bv. Als door de boter.
Pingback:Zo neem je kinderen mee op de fiets
Heel interessant artikel. Het heeft me zeker geholpen om fietsen leuker te maken door sneller te gaan! Het is ook zeer handig als ik naar school moet fietsen, dan hoef ik niet zo vroeg op te staan.
Mvg Mark
Geen nieuwe principes, maar mooi gebundeld en met cijfertjes bij (ook eens leuk om het verschil in echte fietskilometers te kunnen zien). Het verschil tussen mijn sportieve MTB met en zonder degelijk opgepompte banden (2 bar versus 4 bar) is enkele km/u gemiddeld Heb nu een tweedehands racefiets gekocht en dat scheelt nog eens enkele km/u, en bij tegenwind met de handen in de beugels nog een extra 1,5 km/u. Voor mij 10 minuten gespaard op elke rit woonwerkverkeer. En aangenamer en relaxter meefietsen met anderen.
nog extra info:
http://www.fietsica.be
http://www.fietsica.be/wieltjeszuigen.htm
Pingback:Handige apps voor op de fiets (en hoe de smartphone te gebruiken)