Elke fietser heeft er vroeg of laat mee te maken: de lekke band. Wie tijdverlies of rode kaken – iemand moeten bellen om je te komen halen – wil vermijden, is er daarom beter op voorbereid. De fietsherstellers van Fietskeuken Antwerpen tonen in deze gastbijdrage dat een binnenband plakken of vervangen helemaal niet moeilijk hoeft te zijn.
Plakken of vervangen?
Als je lek rijdt zijn er twee mogelijkheden: je vervangt de binnenband door een nieuw exemplaar, of je probeert de oude band opnieuw te plakken. Ik doe het zelf zo: voor onderweg heb ik altijd een reserve binnenband op zak. Val ik lek, dan vervang ik de binnenband, en neem de kapotte binnenband mee naar huis om daar te plakken. Zo gaat het meestal sneller, je moet immers geen gaatje zoeken. Thuis kan ik dan op het gemak de band plakken en eventueel terug vervangen.
Als je beslist om een nieuwe binnenband te kopen, let er dan vooral op dat je de juiste maat koopt – die is aangegeven door cijfers op binnen- of buitenband, zoals 622-35, of 26×2.0 – en dat de band ook hetzelfde type ventiel heeft als je oude band. Niet elk ventiel past in elke velg (de velg is de aluminium of stalen ‘hoepel’ van je wiel, waar de band omheen ligt).
Een lekke binnenband meteen door een nieuwe vervangen is de duurste en minst natuurvriendelijke oplossing. Je kan echter bijna altijd – eigenlijk alleen niet als het scheurtje/lek te groot is of zich aan het ventiel zelf bevindt – de binnenband plakken.
Daarvoor zijn nodig: bandenplaksetje, een stel bandenlichters en een pomp. Als het wiel eruit moet, dan heb je ook een sleutel (meestal nummer 15) nodig – behalve als je vleugelmoeren (vooral bij koersfietsen) hebt.
De band demonteren
Of je nu gaat plakken of een nieuwe band gaat monteren, eerst zul je de oude binnenband uit het wiel moeten zien te halen. Laat de band volledig leeglopen en schroef het moertje dat het ventiel op z’n plaats houdt los.
Plaats twee bandenlichters onder de rand van de buitenband ter hoogte van het ventiel, en wip de buitenband langs één kant van het wiel uit de velg. Een binnenband is gemaakt uit vrij stevig rubber, dus wees niet al te bang om deze tijdens het demonteren te beschadigen.
Als het goed is kan je nu aan één kant van het wiel (liefst de kant waar de tandwielen níet zitten, bespaart je vuile handen en kleren) de buitenband van de velg halen, door je lepeltje onder de buitenband rond de velg te schuiven.
Als dit moeilijk gaat, kan je een lepeltje beetje bij beetje iets opschuiven tot de band langs één kant volledig uit de velg is.
Om de binnenband eruit te halen trek je de buitenband wat opzij, en trek je het ventiel uit het wiel zodat je de gehele binnenband vanonder de buitenband kunt trekken.
Nu de binnenband eruit is, is het tijd om het lek te gaan zoeken. Een handige manier hiervoor is om aan de binnenkant van de buitenband (die nog om het wiel zit) te zoeken naar het scherp stukje dat het lek veroorzaakt heeft. De plaats waar dit stukje zit geeft aan waar je moet gaan zoeken naar het lek in de binnenband, met het ventiel als handige referentie.
Als dit niet meteen werkt is de methode met een teiltje water de beste optie: pomp de band lichtjes op, dompel de band onder en kijk waar er luchtbelletjes opborrelen. Als er een scheur is aan het ventiel dan is de band meestal niet meer te redden. Andere lekken kan je bijna altijd herstellen, zolang de scheur niet groter is dan enkele millimeter.
Alle stappen hiervoor en wat nog volgt, worden in dit filmpje gedemonstreerd.
Het plakken zelf
Down to business!
Schuur de plek waar het plakkertje komt goed op met een schuurpapiertje, zodat je een ruwer oppervlak krijgt. Dit zorgt ervoor dat het plakkertje zich beter zal hechten.
Breng genoeg vulkanisatie-mengsel uit het tubetje aan op de opgeruwde plek en wacht een vijftal minuten (je wil dat de vloeistof er quasi opgedroogd uitziet).
Kleef nu het plakkertje over het lek, en druk dit enkele seconden goed aan. Als het goed is zie je dat het rubber van het plakkertje aan de randen ‘versmolten’ is met het rubber van de band. Laat het dunne beschermfolietje dat aan de buitenkant van het plakkertje zit gewoon hangen. Het zit niet in de weg, en je riskeert het plakkertje los te trekken als je de folie eraf probeert te halen.
De band monteren
Ga eerst na met je vingers of er geen scherp voorwerp (glas, een steentje…) meer aan de binnenkant van je buitenband zit. Controleer ook of het velglint intact is. Het velglint is het platte koord om je velg dat ervoor zorgt dat de spaakuiteinden je binnenband niet beschadigen.
Om de band te monteren steek je eerst het ventiel terug door het ventielgat. Zet het moertje er losjes terug op, en pomp wat lucht in de band zodat de kreuken eruit zijn. Zo zorg je ervoor dat de binnenband straks goed in de buitenband zit.
Begin aan het ventiel en duw de binnenband geleidelijk langs de hele omtrek tussen buitenband en velg. Als je de juiste maat hebt, is de band nergens dubbelgevouwen of gekreukt.
Leg de buitenband nu terug om de velg: begin aan de tegenovergestelde kant van het ventiel en werk langs beide kanten naar het ventiel toe.
Als dit is gebeurd, haal je het ventielmoertje terug los en duw je het ventiel enkele keren terug naar binnen. Dit zorgt ervoor dat de binnenband goed in de buitenband zit.
Zet het moertje terug en controleer of het ventiel loodrecht op de velg staat. Is dat niet het geval dan kan je binnen- en buitenband nu makkelijk samen nog wat verschuiven tot alles goed zit. Doe je dit niet dan riskeer je dat er op termijn een scheurtje ontstaat in je band ter hoogte van het ventiel (= RIP binnenband).
Hoe hard pompen?
Nu kan je de band oppomp tot de gewenste druk. Vergeet niet in het begin te kijken of de buitenband nog overal goed in de velg zit.
Op de meeste banden staat aangeduid tot welke druk je ze kan oppompen. Bij een stadsfiets ligt de ideale spanning tussen 3 à 4 bar. Mountainbikes zitten daar een stuk onder (1-4 bar), en koersfietsen een heel stuk erboven (6-10 bar). Gebruik een stevige voetpomp waarop de druk is aangeduid.
Het belangrijkste is vooral ervoor te zorgen dat je niet met te platte banden rondfietst. De binnenband kan dan samengeknepen worden tussen de buitenband en de velg, wat je gegarandeerd 2 gaatjes in de binnenband oplevert, de zogenaamde ‘snakebite’. Bovendien maken onvoldoende gepompte banden het fietsen onnodig een pak lastiger.
Moeilijkheden
Te krappe buitenband
Als je het laatste stukje buitenband moeilijk terug om de velg krijgt, ga deze dan niet meteen te lijf met een arsenaal aan bandenlichters of keukenbestek. De kans is groot dat je je gereedschap breekt of dat je de velg beschadigt. Controleer eerst of je de buitenband wel om de velg bent beginnen leggen aan de kant tegenover het ventiel (zodat het nog losse einde nu ter hoogte van het ventiel zit), dit maakt een verschil!
Als dit zo is en het nog niet lukt, gebruik dan de volgende methode. Zet het wiel rechtop op de grond met het nog losse stuk band op de vloer. Wrijf met beide handen stevig langs de buitenband, deze voortduwend van boven naar beneden toe. Je duwt als het ware de buitenband in vorm, het teveel aan band dat al om de velg ligt duw je naar de kant die nog om de velg moet. Herhaal dit enkele keren tot je de buitenband uiteindelijk rond de velg krijgt.
Band plakken zonder het achterwiel los te maken
Bij sommige fietsen is het erg moeilijk het achterwiel uit de fiets te halen (door bvb. een kettingkast, trommelremmen of een naafversnelling die in de weg zitten). Je kan echter ook de band plakken zonder het wiel uit je fiets te halen. Volg de methode zoals hierboven uitgelegd, met dat verschil dat het wiel in je fiets blijft zitten. Wees wel voorzichtig dat je de binnenband niet beschadigt door deze per ongeluk tussen fietskader en velg te klemmen.
Wil je een nieuwe band monteren, dan zal je wel een manier moeten vinden om die rond het wiel te krijgen. De fietsenmaker heeft hiervoor vaak een speciale tang waarmee hij de achtervork een beetje openbuigt, waardoor de band tussen kader en wielas kan glippen zonder dat het hele wiel moet gedemonteerd worden. Je kan zelf ook een draagbare versie van zo’n speciale tang aanschaffen.
Buitenband vervangen
Bij het vervangen van een buitenband volg je grotendeels dezelfde werkwijze als bij het vervangen van een binnenband. Haal de oude buitenband los aan één kant, haal de binnenband er uit, haal de te vervangen buitenband volledig van het wiel, leg de nieuwe buitenband met één kant/hieldraad om het wiel, en ga verder met het installeren van de binnenband en de rest van de buitenband zoals je dat altijd zou doen.
Let er wel op dat de meeste buitenbanden een draairichting hebben. Die staat vaak aangegeven met een pijl op de zijkant van de band.
Dingen die je kunt maken met afgedankte fietsbanden
Fietskeuken
De komende maanden leren de fietsherstellers van Fietskeuken Antwerpen ons op De Velotariër enkele basiskunstjes van het fietsherstellen. Is er iets niet duidelijk? Spring dan gerust eens binnen op één van de komende fietskeukens (ook in Gent trouwens).
Weet ook dat uw fietsenmaker er altijd voor je is, er zijn er zelfs die met hun atelier tot bij je thuis fietsen. Pruts niet te lang als je weet dat je aan het prutsen bent! In tegenstelling tot wat echte fietsfanatici zullen durven beweren, is het helemaal geen schande als je iets aan je fiets niet kunt maken. Daar zijn experts voor, net zoals er experts zijn om je stofzuiger te herstellen. En niemand die je uitlacht omdat je geen stofzuiger kunt herstellen, toch?
Pingback:Productie van aluminium | Er is altijd een alternatief!
Onlangs geleerd van onze elfjarige: een lekke band in het Afrikaans heet … Een papwiel!
Ik plak lekke banden altijd onderweg, om je binnenband te verwijderen moet je toch je wiel verwijderen en zeker achter kan dat wel eens niet al te makkelijk zijn.
Als je onderweg gaat plakken begin er dan niet aan als het een klein gat is en je met twee of drie keer bijpompen thuis of op bestemming bent want onderweg is niet heel optimaal. Zoek verder een plek op met niet al te veel geluid, je wil bij voorkeur het lek horen en als je langs een drukke weg staat gaat dat niet lukken. Verder het recept als hierboven volgen.